Paaszaterdag werden familie, vrienden, bekenden en schutsbroeders opgeschrikt door het bericht, dat gildebroeder en tamboer Antoon van den Berk plotseling was overleden tijdens de werkzaamheden bij zijn zuster Maria Opheij-van den Berk. Menig gildehart stond stil toen dit bericht door de telefoon aan de broeders werd medegedeeld. Een boom van een kerel, een man met een rustig karakter, iemand die altijd voor een ander klaar stond, was plotseling uit het leven verdwenen. De vragen van het waarom kwamen wel op, maar ze werden gesteld met de wetenschap van geen antwoord te krijgen.

Antoon van den Berk kwam bij het Sint Antonius en Sint Sebastianus Gilde, omdat er behoefte bestond aan een standaardruiter, maar dat niet alleen, ook een ruiter, die over een paard kon beschikken. En dat laatste was mogelijk toen zijn zuster Maria Opheij verzekerde, dat hij altijd over een paard kon beschikken, als het gilde moest optrekken. Zij en ook Antoon doken in de sporen van hun vader, die het gilde al enkele malen uit de nood had geholpen door de beschikbaarstelling van een standaard paard. In de herinnering leeft nog altijd de optrekdag van het jaar 1979 toen Jan Donkers van de Boekelseweg tot deken was gekozen. Toen het gilde buiten kwam was het spiegelglad door de ijzel. Het gilde liet zich wel nog met auto’s naar het ouderlijk huis van de deken brengen, maar de terugtocht was nog niet begonnen of de vendels waren al tot een plank geworden. Van ordelijk gaan was geen sprake meer ,want iedere gildebroeder had moeite om zich staande te houden. Halverwege De Deel werd het standaardpaard naar huis gestuurd. Ondanks dat het “scherp” gesteld was had het moeite een lopende gang te onderhouden en de enkels waren al bebloed door de scherpe punten. Zo had optrekken geen zin. Bij een stop voor het huis van ouderling Hein Vermeulen in de Deel zag een gildebroeder iemand in Café Het Keske zitten, die hij wilde begroeten. Hij viel achterover op de stoep, gelukkig zonder gevolgen. Men was blij bij het gildehuis te geraken.
Antoon van den Berk, een rustige man, hulpbereid als er werkzaamheden waren te verrichten bij het verhuizen van kluizen, bij het inrichten de nieuwe bergplaats, bij werkzaamheden aan de kapel. Hij maakte daaraan niet veel woorden vuil; hij was er en deed zijn werk. Af en toe uitte hij zijn droge humor, waarmee luid gelachen werd. Met graagte accepteerde hij het tamboerschap van het gilde en werd met evenveel plezier opgenomen in de tamboergroep, die binnen het gilde een hechte eenheid was. Het gilde kon er verzekerd zin, dat er ook op de meest vreemde ogenblikken, zoals van begrafenissen, e.d., zoals ook aanstaande donderdag bij zijn eigen begrafenis het geval zal zijn, altijd een voldoende representatief aantal tamboers aanwezig was.

Antoon was een loyale broeder met wie men graag te doen had. Hij genoot zichtbaar bij de navergadering aan de toog van het gildehuis en ook tijdens gildefeesten en reizen was hij een vertrouwde aanwezige, samen met zijn vrouw Anny. Hun gezelschap werd op prijs gesteld, men rekende op hen als er werkzaamheden waren maar net zo goed op de buitencompriessies.
In veler herinnering leeft nog de droge ontkenning aan de vooravond van de optrekdag in het jaar 2010 toen zijn zoon Ruud tot nieuwe deken werd gekozen. Goudeerlijk klonk zijn ontkenning en iedereen geloofde hem. Groot was de verrassing en zijn trots toen Ruud de nieuwe deken werd. Het is een type als zijn vader, waarmee hij plezier kan beleven en het gilde voordeel kan hebben. Nu Antoon er niet meer is ontstaat er een lege plaats. Dat zal bij ieder optreden blijken. Dan zal zijn naam genoemd worden en een herinnering aan zijn gildejaren worden opgehaald.
Donderdag a.s. zal hij met grote gilde-eer begraven worden. Het gilde trekt naar zijn ouderlijk huis om rond zijn lichaam te bidden, de kist te sluiten en naar buiten te dragen om hem te begeleiden naar de kerk. De dodenmars zal weerklinken. Het gilde staat rond zijn graf om hem te eren met de gildevlag en deze als teken van de verrijzenis recht boven het hoofd te heffen.
Antoon van den Berk, trouwe gildebroeder, rust zacht.
|