Archief: Optrekdag 2008
EEN DAG OM OVER TE PRATEN
Inderdaad een dag om over te praten, maar dan niet zozeer over wat wel, dan wel wat niet of anders, is gebeurd. De optrekdag van het gilde op zaterdag 19 januari jl. werd wel heel erg geplaagd door de weergoden. Het gilde is aan veel weersomstandigheden gewend geraakt, iets wat niet zo bijzonder is voor de tijd van het jaar, waarin met allerlei weertypen rekening moet worden gehouden. De weerkalender spreekt van “tussen Sint Antonius en Sint Sebastiaan trekt de winter het hardste aan” en dat is enkele malen gebeurd. IJzel en sneeuw kan men verwachten, een regenbui en dichte mist ook nog wel, maar een dag van onafgebroken regen, dat is nog niet meegemaakt. Nu, in het jaar 2008 was dat wel het geval. Het gilde had er veel last van.
KAPITEINSONTBIJT De optrekdag begint met het zogenaamde kapiteinsontbijt, waarna aan de kapitein een vendelgroet wordt aangeboden als erkentelijk voor het ontbijt en de diensten, welke in het afgelopen jaar aan het gilde zijn bewezen. Daarna wordt met de kapitein in het midden naar het gildehuis opgetrokken, om van daar naar de kerk wordt gegaan. Helaas was het weer zo slecht, dat de vendelgroet en de aansluitende toch naar gldehuis moest worden afgelast, teneinde vaandels en vendels te sparen.

Na de korte pauze in het gildehuis liet het weer het toe op te trekken naar de kerk voor de gildemis. Bij het uitgaan van de kerk was het weer rustig van aard en kon de vendelgroet aan de parochiegeestelijkheid volgens de gewoonte worden afgewerkt. Dankwoorden van pastoor en voorzitter konden zonder gebruik va de paraplu worden uitgesproken. Misschien was dit alles een gevolg van het gebed, dat in de kerk voor goed weer werd uitgesproken.

VENDELGROET BURGEMEESTER Amper op weg naar het gemeentehuis om de burgerlijke overheid te eren met een vendelgroet begon het te regenen. De goede wil van het gilde was aanwezig, maar tijdens het opstellen van de vendelgroep en de tamboers moest een afgelasting volgen. Besloten werd eerst de erewijn te drinken en de toespraken te houden in de hoop, dat het daarna droog zou zijn. Maar hoewel de plechtigheid de gelegenheid bood om enkele wensen te uiten, o.a. de mogelijkheid te scheppen om de nieuwe straatnaam “Wethouder Jaspershof” feestelijk en met gilde-eer te openen, omdat de wethouder een trouw en eminent gildelid was, o.a. vendelier, kapitein van 1936 – 1955, koning in 1951 en van 1970-1982 voorzitter om zijn gildeloopbaan te eindigen als eredeken. De tweede wens was die voor een geschikte gelegenheid om de attributen centraal – in het kasteel of kop te slaan en een ruimte om vendels, zilvervesten, e.d. voor een activiteit gereed te maken, zodat het niet meer zoals nu in de openlucht moet gebeuren.
Toegezegd werd hierover na te denken. Na de ontvangst werd ondanks de regen toch besloten om een ingekorte vendelgroet te brengen als bewijs van de goede wil en de achting voor de overheid.

JUBILARISSEN Het is gebruikelijk om aansluitend aan het bezoek aan het gemeentehuis de jubilarissen te eren met een vendelgroet voor het gildehuis. Antoon van de Laar 50 jaar lid, de beide 40-jarige jubilarissen Nico Krol en Wim van de Weijer en Gildebroeder Johan Penninx behoefden niet overtuigd te worden, dat het weer geen goed eerbewijs zou toelaten. Deze werd ook uitgesteld tot na de huldiging en het begin van het middagprorgamma.
BESLOTEN VERGADERING Klokslag 12 luidde de bel voor de besloten vergadering voor de gildeleden. Er zijn drie groepen leden, t.w. gildebroeders, ouderlingen en ondersteunende leden. De vergadering kreeg na het begin de aankondiging te horen van het vrijwillige ontslag van kapitein Harrie van den Elsen, die al bij zijn benoeming in 2007 mededeelde deze functie slechts één jaar te willen uitoefenen. De keuze van een nieuwe kapitein zal op 18 februari a.s. geschieden. Kandidaat voor de functie is vendelier Frans van Dijk. Daarna volgde het hoogtepunt van de dag, de keuze van een nieuwe deken. Gewoontegetrouw werden er drie namen op het bord geschreven. Toen wist iedere bezoeker het al, wie was aangezocht voor deze functie, nog altijd een grote eer voor de betrokkene en zijn familie. Iedere aanwezige Gildebroeder en ouderling werd uitgenodigd om zijn stem openlijk uit te brengen. Met een grote meerderheid van stemmen werd de 22-jarige Teun Brouwers gekozen. Hij is een zoon van Gildebroeder Toon Brouwers, die vandaag voor het eerst zilverdrager was, na bijna 30 jaar vendelier te zijn geweest. Tamboers maakten de keuze van een nieuwe deken bekend op het Ridderplein. Deze ronde trommen kan worden beschouwd als de “witte rook”uit de schoorsteen van de Sixtijnse kapel bij een pauskeuze. Een derde tamboer werd door het gilde afgevaardigd naar het woonhuis van de nieuwe deken om de keuze daar bekend te maken. Tenslotte werd de buurtvoorzitter gewaarschuwd, dat de nieuwe deken uit zijn buurt afkomstig is. Hij komt dan in het gildehuis de attributen van een nieuwe deken afhalen en geeft tegelijkertijd opdracht aan buurtgenoten om het woonhuis te versieren met veel groen en het bord met het opschrift “Hulde aan de nieuwe deken”. Buurman en oom van de nieuwe deken Piet Brouwers had dat bord vrijdagavond meegebracht naar het gildehuis, zodat de buurtvoorzitter het daar kon afhalen. Zelfs hij als bestuurslid was onkundig van de keuze van een neef, want anders had hij het bord bij zijn buurman af kunnen geven! Alleen voorzitter en kapitein zijn van de keuze op de hoogte omdat zij deze hebben voorbereid.
JUBILARISSEN Het gilde huldigde na de schorsing van de besloten vergadering een vijftal jubilarissen. Op de eerste plaats was dat Antoon Penninx, die 25 jaar ondersteunend lid was. Daarna volgde zijn zoon Johan, die 25 jaar geleden tot nieuwe deken werd gekozen. Het is de gewoonte, dat bij het aanzoeken van een nieuwe deken aan de vader gevraagd wordt of hij ondersteunend lid wil worden. Dat was hier het geval, zodat vader en zoon na elkaar gehuldigd werden. Johan kreeg de zilveren speld, met daarop afgebeeld een vendelier, opgespeld Wim van de Weijer en Nico Krol waren 40 jaar gildebroeder van het gilde. Dat betekent, dat zij gedurende deze tijd steeds met het gilde zijn opgetrokken. Eerstgenoemde is lange jaren voorzitter geweest van het organisatiecomité van het koningschieten en de laatste was voorzitter van de standaardrijcommissie van de Kring Peelland van de Noordbrabantse Federatie van Schuttersgilden. De beide jubilarissen ontvingen een zilveren schild van het gilde. Het gilde huldigde daarna gouden jubilaris Antoon van de Laar. Hij werd in 1958 tot nieuwe deken gekozen en was gedurende vier jaren actief Gildebroeder. Op basis van zijn gildebroederschap kon hij toetreden tot de groep ouderlingen, de gewezen gildebroeders. Ook deze jubilaris ontving een zilveren schild van het gilde. Antoon van de Laar verraste het gilde en zijn familie met een aantal anekdotes uit de tijd van zijn gildebroederschap, o.a. dat hij eens tot half twee ’s nachts moest wachten op de komst van de tamboers, die de optrekdag kwamen aanzeggen. Deze verwachtten hen op dat nachtelijke uur niet meer. Dat bleek ook uit het feit, dat er nergens in zijn huis nog licht brandde. Toen de tamboers aan de voordeur kwamen werd die plotseling door de jubilaris geopend. Hij in alle rust en zonder licht op hen gewacht. Dit fenomeen heeft zich in vroeger dagen meer voorgedaan, zelfs dat gildeleden de voordeur open lieten staan, zodat de tamboers tot aan het bed tromden en zo hun boodschap bracht.!

VENDELGROET JUBILARISSEN EN EREDEKEN Na de al bijna traditie geworden erwtensoep van de hospes van het gildehuis werd nog een getracht om tot een vendelgroet aan jubilarissen te komen, nu gecombineerd met die aan de eredeken, die altijd als eerste op het middagprogramma stond. Het weer bleek weer spelbreker te zijn, maar met toestemming van alle betrokkenen werd een zeer ingekorte groet gebracht aan allen, staande onder de groene overkapping van het gildehuis. Noodgedwongen ging het optrekken naar het huis van de nieuwe deken ook niet door, maar ging het vervoer per auto.

NIEUWE DEKEN In het woonhuis van de nieuwe deken was het al een hele drukte, want verschillende familieleden en buurtgenoten waren er al, sommigen waren gebleven na het versieren van het huis. De gesmeerde broodjes smaakten goed en vormden een goede bodem in de maag om de tocht vanaf het huis naar het gildehuis te doorstaan. Het Sint-Antoniuslied klonk voor de vierde maal die dag uit de kelen van de gildebroeders. Hoewel de weersomstandigheden – en het wordt eentonig – verslechterden werd toch besloten de installatie volgens de regels uit te voeren. De ingekorte vendelgroet bleek bijna onmogelijk omdat de nat geworden vendels bijna niet rond te krijgen waren.

In Gemert is het de gewoonte, dat buurtgenoten, gildefamilies van elders, en aanwonenden langs de route naar het gildehuis, een drankje aanbieden. Het glaasje voor de nieuwe deken is duidelijk herkenbaar, versierd met een groen strikje. Soms leek het er op, dat de inhoud van de glaasjes niet minder werd, omdat de gedronken drank werd vervangen door het hemelwater. Vol goede bedoelingen begon men aan wat een triomftocht voor de nieuwe deken en het gilde moest worden, maar na een aantal felicitatiestops, werd verdergaan door de kapitein afgelast uit zorg voor de gildevlag, de vendels, de zilvervesten en de kostuums van de gildebroeders. Een aanwonende had dat kennelijk voorvoeld, wat hij had de grote poort van zijn bedrijf geopend en nodigde het gilde uit om het drankje maar binnen te drinken.

Ponch's hielpen maar even en waaiden toen kapot.
Nu gebeurde het omgekeerde van de gewoonte, de mensen kwamen met hun drankje naar de grote hal om daar de schut te trakteren. Daaruit blijkt toch de betrokkenheid van de inwoners met het gilde, iets waar men heel gelukkig mag zijn. Maar de teleurstelling, dat men de tocht niet kon voortzetten, was toch groot. Zoveel wat traditioneel is voor de optrekdag van het gilde, kon niet of in zeer verkorte vorm doorgaan. Het gilde was als het ware “door het water verslagen”. En water stond soms ook in de schoenen van gildebroeders, omdat men niet altijd een centimeters diepe plas kon ontwijken. Een verstandig besluit, maar toch “helaas”. De tocht naar het gildehuis wordt altijd besloten met een vendelgroet aan de hospes van het gildehuis. Ook deze werd afgelast en zal op een ander tijdstip alsnog worden gebracht.

GILDEAVOND De dag werd besloten met een maaltijd in het gildehuis, waar met passen en meten een plaats aan tafel was gevonden voor het grote aantal personen, dat daaraan deelnam. Het was mogelijk en de dis was voortreffelijk. Het besluit van de dag was de gildeavond met o.a. de receptie voor de nieuwe deken en de jubilarissen. Familie, buurtgenoten, vrienden, bekenden en ook een grote deputatie van het zustergilde Sint Joris kwamen daar naar toe en deelden die avond het gildeplezier van deze, ondanks tegenvallers, toch geslaagde gildedag.
OFFERMIS Daags na de optrekdag worden de doden van het gilde geëerd in wat de "offermis”wordt genoemd. In 1810 heeft het gilde een fundatie van een echtpaar gekregen. Daarin is de verplichting opgenomen om als tegenprestatie voor de schenking een verplichting uit te voeren. In dit geval was dat een jaarlijkse plechtige H.Mis. Gildebroeders gaan dan achter de rouwvaan, welke bij het Sint-Antoniusbeeld in de kerk is gesteld, naar het gildealtaar waar, zoals vroeger gebruikelijk was bij uitvaarten op twee schalen te offeren. Daardoor is de naam "offermis”ontstaan. Eenmaal in de zoveel jaren valt op de dag na de optrekdag het feest van de tweede patroonheilige Sebastianus. Dat was ook nu het geval. Ook deze patroon kreeg voldoende aandacht in de H.Mis, welke door een grot aantal broeders werd bezocht, waarvan er enkelen maar een nachtrust van enkele uurtjes hebben genoten.
BESLUIT De viering ter ere van de patroonheiligen werd besloten met een kop koffie in het gildehuis van het zustergilde en een afzakkertje, gecombineerd met een kop soep, in het gildehuis. Er is niet veel tijd om uit te rusten, want zondag a.s. is het gilde weer present in de kerk om daar de fusie tussen de parochies Gemert en De Mortel mee te vieren.
|